Jouw all-in opstartpartner
Regel je oprichting via een digitale of fysieke afspraak.
We beschikken over de kennis op zowel fiscaal als juridisch vlak om in elke situatie uit te blinken in aanpak en advies.
Het dossier wordt op maat klaargemaakt ter oprichting. Ieder oprichting is uniek.
Wij hanteren geen exit-clausules.
Verlaagd tarief vennootschapsbelasting 2025: kansen voor startende ondernemers

Verlaagd tarief vennootschapsbelasting vanaf 2025: voorwaarden en uitzonderingen
Vanaf 2025 gelden er nieuwe voorwaarden voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting. Het standaardtarief blijft 25%, maar kleine vennootschappen kunnen onder bepaalde voorwaarden genieten van een verlaagd tarief van 20% op de eerste schijf van €100.000 winst.
Uitzondering voor startende vennootschappen
Startende vennootschappen zijn gedurende de eerste vier boekjaren na hun oprichting vrijgesteld van de voorwaarde om een minimumbezoldiging van €50.000 toe te kennen aan een bedrijfsleider. Dit betekent dat zij in deze periode kunnen genieten van het verlaagde tarief van 20%, zelfs als zij deze minimumbezoldiging niet uitkeren.
Praktische voorbeelden
- Voorbeeld 1: Een startende vennootschap met een belastbare winst van €80.000 in het eerste boekjaar keert geen bezoldiging uit aan de bedrijfsleider. Dankzij de uitzondering voor starters kan zij toch het verlaagde tarief van 20% toepassen op de eerste schijf van €100.000, wat resulteert in een belasting van €16.000.
- Voorbeeld 2: Een niet-startende kleine vennootschap met een belastbare winst van €120.000 keert een bezoldiging van €30.000 uit aan de bedrijfsleider. Omdat deze bezoldiging lager is dan de vereiste €50.000, komt de vennootschap niet in aanmerking voor het verlaagde tarief en wordt de volledige winst belast aan 25%, wat resulteert in een belasting van €30.000.
Belangrijke aandachtspunten
- Definitie van een startende vennootschap: Een vennootschap wordt als 'startend' beschouwd indien zij een volledig nieuwe activiteit ontplooit en geen bestaande activiteit voortzet. Indien een natuurlijke persoon zijn bestaande eenmanszaak omvormt tot een vennootschap, wordt dit niet gezien als een nieuwe activiteit en geldt de uitzondering voor starters niet.
- Verhoging van de minimumbezoldiging: Vanaf 2025 wordt de vereiste minimumbezoldiging voor het verlaagde tarief verhoogd van €45.000 naar €50.000 en zal dit bedrag jaarlijks worden geïndexeerd.
- Samenstelling van de bezoldiging: Vanaf 2025 mag maximaal 20% van de minimumbezoldiging bestaan uit voordelen van alle aard. Dit betekent dat bij een vereiste bezoldiging van €50.000, maximaal €10.000 mag bestaan uit voordelen zoals een bedrijfswagen.
Voorwaarden voor het verlaagde tarief vanaf 2025
- Kleine vennootschap: De vennootschap moet als 'klein' worden beschouwd volgens de criteria van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen. Dit betekent dat ze op balansdatum van de laatste twee afgesloten boekjaren niet meer dan één van de volgende criteria overschrijdt:
- Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers.
- Jaaromzet exclusief btw: €11.250.000.
- Balanstotaal: €6.000.000.
- Minimumbezoldiging bedrijfsleider: De vennootschap moet aan minstens één bedrijfsleider een minimumbezoldiging toekennen van €50.000 bruto per jaar. Indien de belastbare winst van de vennootschap lager is dan €50.000, moet de bezoldiging minstens gelijk zijn aan deze winst. Bovendien mag vanaf 2025 maximaal 20% van deze bezoldiging bestaan uit voordelen van alle aard, zoals een bedrijfswagen of andere extralegale voordelen.
- Geen financiële vennootschap: Vennootschappen die kwalificeren als financiële vennootschappen, zoals holdings die voornamelijk aandelen aanhouden, zijn uitgesloten van het verlaagde tarief.
- Aandelenbezit door natuurlijke personen: Meer dan 50% van de aandelen van de vennootschap moet in handen zijn van natuurlijke personen.
Conclusie
Het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting biedt kleine vennootschappen een fiscaal voordeel, mits zij voldoen aan specifieke voorwaarden. Voor startende vennootschappen is er een belangrijke uitzondering: zij zijn gedurende de eerste vier jaar vrijgesteld van de verplichting om een minimumbezoldiging aan een bedrijfsleider toe te kennen, waardoor zij gemakkelijker kunnen profiteren van het verlaagde tarief. Het is essentieel voor vennootschappen om op de hoogte te zijn van deze voorwaarden en uitzonderingen om optimaal gebruik te maken van de fiscale voordelen.
Vincent Meesters
Ondernemer en fiscaal accountant